Blog

Neurofeedback wordt steeds bekender als therapie. Maar toch zijn er vragen over hoe goed het werkt en of het veilig is. In dit artikel gaan we de nadelen en risico’s van neurofeedback bekijken. Dit doen we door onderzoek en ervaringen van mensen zelf te bespreken.

Sommige mensen hebben na neurofeedback last gekregen van problemen. Dit varieert van kleine ongemakken tot ernstige situaties. Het is goed om ook deze negatieve ervaringen serieus te nemen.

We gaan diep in op wat we nu weten over neurofeedback. Is het echt zo effectief? En wat vinden mensen die het al hebben geprobeerd? Een kritische blik helpt ons om de therapie beter te begrijpen.

Belangrijkste inzichten

• Neurofeedback is populair, maar zorgen over werking en veiligheid blijven.
• Sommige mensen ervaren negatieve effecten na de therapie.
• Het erkennen van risico’s en complicaties is van groot belang.
• Er is veel kritiek op het wetenschappelijk onderzoek naar neurofeedback.
• Een open en kritische houding helpt het begrijpen van de voordelen en nadelen.

Wat is neurofeedback?

Neurofeedback is een speciale therapie. Hierbij leren patiënten hun hersenen beter te laten werken. Ze krijgen directe feedback over hun hersengolven. Dit gebeurt met een elektro-encefalogram, ofwel EEG.

Het idee is simpel. Door hun hersenactiviteit te veranderen, kunnen patiënten hun problemen verminderen.

Teruggekoppelde signalen en golven

Bij neurofeedback krijgen patiënten live info over hun hersenen. Denk aan golven als alfa, bèta en theta. Ze oefenen om deze golven beter te controleren.

De feedback is vaak direct zichtbaar of te horen. Dat maakt het leren makkelijker.

Neurofeedback helpt patiënten controle over hun geest te krijgen. Dit kan helpen bij aandoeningen als ADHD en depressie. Onderzoek bewijst de effectiviteit.

Toch zijn er over neurofeedback wat twijfels. Er wordt veel gediscussieerd. Sommige zaken, zoals langetermijneffecten, zijn nog niet helemaal duidelijk.

Wetenschappers waarschuwen voor beïnvloeding door commercie. De discussie gaat door.

Investeren in neurofeedback

De behandeling met neurofeedback start vaak met een EEG test. Soms komt er ook psychologisch onderzoek bij kijken. Hieruit maakt de therapeut een speciaal plan voor iedereen. In de sessies die volgen, leert de patiënt om zijn of haar hersengolven aan te passen. Dit gebeurt via opdrachten op de computer.

Het aantal sessies dat nodig is bij neurofeedback verschilt per persoon. Sommigen hebben aan tien sessies genoeg. Anderen hebben misschien vijftig of wel zestig keer nodig. De spullen voor deze therapie kosten niet veel. Daarom zijn er veel therapeuten in Nederland, zo’n 200.

Na een tiental sessies voelen sommige mensen zich al beter. Maar het komt ook voor dat het vijftig of zestig keer nodig is. Let op, deze therapie kan behoorlijk prijzig worden. Dit is afhankelijk van het aantal sessies dat je nodig hebt.

Hoewel het veel kost en lang kan duren, kiezen meer mensen voor neurofeedback. Ze vinden deze aanpak steeds interessanter. Toch wordt de werking ervan nog veel onderzocht en besproken.

Normaal of gestoord EEG?

Neurofeedback vergelijkt het EEG van de patiënt met een standaard patroon. Er zijn veel EEG-gegevens van gezonde en “gestoorde” mensen verzameld. Maar, het is moeilijk om een juiste diagnose te stellen.

Of alle therapeuten het normale EEG-patroon correct vergelijken is onzeker. Afwijkend EEG vaststellen kan ook een uitdaging zijn. Dit beïnvloedt of neurofeedback effectief is voor de patiënt.

De EEG database voor neurofeedback kent zijn beperkingen. Men kan gedrag niet altijd correct beoordelen. Dit leidt tot onbetrouwbare resultaten in de therapie.

Het is belangrijk om deze uitdagingen te erkennen bij neurofeedback. Zorgvuldig onderzoek en een persoonlijke aanpak zijn cruciaal voor succes. Zo kan de therapie echt en effectief de hersenfuncties verbeteren.

Rookgordijnen van onderzoeken

In de wetenschappelijke wereld is veel onderzoek gedaan naar neurofeedback. Sinds de jaren ’60 zijn er meer dan 1000 publicaties verschenen. Toch hebben de meeste studies veel gebreken.

Deze gebreken maken het lastig om zeker te zijn van de effectiviteit van neurofeedback.

Discutabele studies en gebreken

Veel onderzoeken naar neurofeedback kampten met diverse problemen. Enkele vaak voorkomende tekortkomingen zijn onder meer:

• Discutabele controles
• Kleine onderzoeksgroepen
• Verschillen in behandelingen
• Onzekere diagnoses
• Ontbrekende blindering
• Geen willekeurige toewijzing
• Onduidelijke resultaatcriteria
• Bevooroordeelde onderzoekers
• Ontbrekende peer-review
• Ondeugdelijke statistiek
• Onvoldoende EEG-metingen
• Beperkte follow-up

Deze methodologische tekortkomingen maken de wetenschappelijke literatuur over neurofeedback minder betrouwbaar. Het is belangrijk om meer kwalitatief, onafhankelijk onderzoek te doen. Dit helpt om precies te begrijpen wat de echte impact van neurofeedback is.

De grote hoeveelheid wetenschappelijke publicaties over neurofeedback is indrukwekkend. Maar we moeten kritisch blijven ten opzichte van de beperkingen van het onderzoek. Alleen op die manier kunnen we tot een goed beargumenteerd oordeel komen over de effectiviteit van neurofeedback.

Onzekerheid over effectiviteit

Neurofeedback heeft zijn basis in wetenschap, maar zijn praktische effectiviteit is niet duidelijk. De patiënt krijgt signalen die we nog niet goed begrijpen. Hij reageert hierop op manieren die we ook niet echt kennen. Er is nog geen zeker bewijs dat neurofeedback echt beter werkt dan neptherapie.

Misschien komen de goede resultaten wel door de extra aandacht en motivatie die de behandeling met zich meebrengt. Dit kan zelfs zonder dat de hersengolven echt het verschil maken.

Onderzoek toont aan dat neurofeedback wel kan helpen bij problemen zoals burn-out. Ook bij slaapproblemen, depressie en ADHD. De meeste mensen vinden dat ze echt vooruitgaan na zo’n sessie. Bijna iedereen voelt verschil en 80% ziet verbetering in hun klachten.

Maar, er blijven vragen over hoe goed neurofeedback echt werkt. Zelfs met de vele positieve verhalen, weten we niet zeker of het echt door de neurofeedback komt. Of dat het door iets anders komt, zoals gewoon meer aandacht en wilskracht. De vraag over het nut van neurofeedback en hoeveel ervan een placebo-effect is, is een belangrijk discussiepunt.

“Neurofeedback wordt beschouwd als een goed en veilig alternatief voor praattherapie en medicatie, maar is geen wondermiddel geschikt voor iedereen.

Volgens de cijfers helpt neurofeedback ongeveer 75% van de mensen echt. Dit laat zien dat bij de meerderheid hun problemen wel minder worden. Maar toch, er zijn nog steeds veel vragen over de werking en de effecten op lange termijn.

Negatieve ervaringen neurofeedback

Neurofeedback wordt steeds bekender, maar er zijn ook slechte verhalen. Sommige patiënten krijgen last van stress, angst, of slaapproblemen. De behandeling kan leiden tot problemen thuis door onduidelijke resultaten en aanhoudende klachten.

Kinderen kunnen de behandeling echt gaan haten. Een 15-jarig meisje met een beperking voelde zich rustiger na 10 sessies. Maar ze wilde uiteindelijk toch stoppen.

Veel beloften over neurofeedback blijken niet waar te zijn. Een moeder zag geen verbetering na 15 maanden voor haar zoon. Onderzoeker Kouijzer vond dat het ook niet hielp bij autistische kinderen.

Veel mensen gaven duizenden euro’s uit aan neurofeedback zonder resultaat. Zo vindt een man uit Amsterdam het bedrog. Na 32 sessies ziet hij geen verschil. Ook een vrouw van 31 had na 30 sessies geen effect.

De ervaringen met neurofeedback zijn dus gemixt. Sommigen zijn positief, anderen niet. Dit maakt de effectiviteit van de behandeling onduidelijk.

Evidence-based of niet?

Al bijna 50 jaar wordt evidence-based neurofeedback onderzocht. Toch is het nog niet helemaal standaard in de reguliere geneeskunde neurofeedback. Grote bedrijven investeren er niet volop in. En gewoonlijk vergoeden zorgverzekeraars de behandeling niet. Dit betekent dat er meer goed onderzoek nodig is. Zo kunnen we zien of neurofeedback écht effectief en veilig is.

Uit onderzoek blijkt wel dat neurofeedback kan helpen bij angstklachten. Ongeveer 75% van de cliënten voelt een sterke vermindering van angst na de therapie. Het lijkt het meeste te werken bij bepaalde stoornissen, zoals sociale fobie.

Neurofeedback heeft het extra voordeel van geen bijwerkingen. Het wordt gezien als een veilige behandeling. Bijwerkingen zijn zeldzaam. Als ze voorkomen, zijn het dingen zoals vermoeidheid. Dit is alles zonder bekende gevaren, zolang een professional het doet.

Neurofeedback ziet er veelbelovend uit. Maar er is meer onderzoek nodig. We moeten nog bevestigen of het echt doet wat we denken. Pas dan zal het echt opgenomen worden in de gezondheidszorg.

Neurofeedback kan een alternatief zijn voor praattherapie en medicatie, waarbij het een non-invasieve behandeling is die op de training van de hersenen gericht is.

Verwarrende resultaten en claims

Veel onderzoeken naar neurofeedback geven tegenstrijdige resultaten. Terwijl sommigen er goed op reageren, merken anderen geen verschil of zelfs iets slechts. Het is lastig om deze verschillende reacties neurofeedback te begrijpen, omdat we nog niet alles weten over hoe het werkt. Mensen reageren onvoorspelbaar op de hersengolffeedback. Daarom is het moeilijk de resultaten neurofeedback goed te interpreteren.

Onbegrepen signalen en reacties

Er zijn twijfels over de effectiviteit neurofeedback. Er is niet genoeg sterk bewijs voor de werking ervan. De informatie die patiënten krijgen over hun hersenactiviteit en hun reacties is niet helemaal duidelijk. Dat maakt het lastig om te begrijpen wat neurofeedback echt doet.

• Patiënten reageren op onvoorspelbare wijze op de feedback over hun hersengolven
• De onderliggende processen van neurofeedback zijn nog onvoldoende begrepen
• Wetenschappelijke claims neurofeedback over effectiviteit worden vaak niet ondersteund door robuust bewijs

“De signalen die patiënten ontvangen over hun hersenactiviteit en de reacties die daarop volgen, zijn nog grotendeels onbegrepen.”

Veel over neurofeedback is nog onduidelijk. De resultaten en claims over wat het doet, blijven verwarrend. Dit roept twijfels op over de nut van neurofeedback. Er is meer onderzoek nodig naar hoe het precies werkt. Ook moeten we begrijpen waarom de effecten verschillen per persoon.

Alternatieve benaderingen

Er zijn meer manieren om met ADHD om te gaan dan alleen neurofeedback. Denk aan gedragstherapie, cognitieve training en mindfulness. Deze manieren worden zelfs meer betaald door zorgverzekeraars.

Veel ouders vinden neurofeedback niks. Daarom zijn deze alternatieven goed om te kijken. Soms werken ze zelfs beter en zijn ze veiliger.

Gedragstherapie

Met gedragstherapie leren kinderen nieuwe dingen. Ze leren beter opletten en voelen zich beter.” Voor kinderen met ADHD kan dit helpen bij het verbeteren van aandacht, impulscontrole en sociale interactie.

Cognitieve training

Cognitieve training verbetert het geheugen en het oplossen van problemen. Het is goed voor mensen met ADHD of die moeite hebben met leren.

Mindfulness

Mindfulness helpt bij stress en het opletten. Het kan ADHD-symptomen zelfs verminderen.

Medicatie

Medicijnen zoals stimulantia helpen ook. Ze verminderen de symptomen. Vaak werkt dit samen met andere behandelingen.

Elke aanpak heeft goede en slechte punten. Praat met een dokter om te zien wat het beste is. Soms helpt een mix van manieren het meest.

Het is belangrijk te weten wat werkt. Neurofeedback is niet altijd duidelijk of het helpt. Daarom zijn andere behandelingen ook het overwegen waard.

Spanningen in het gezin

Bij gezinsproblemen neurofeedback kunnen thuis spanningen ontstaan. Ouders maken zich zorgen over hun kind en zijn behandeling. Kinderen vinden die behandeling soms verschrikkelijk. Dit zorgt voor meer problemen thuis. De therapie helpt dan misschien minder goed.

Onderzoek zegt dat gezinsproblemen neurofeedback erg moeilijk kan zijn. Ouders voelen zich machteloos en gestrest. Pubers zien de therapie als een soort straf. Dit maakt de sfeer moeilijk en de therapie minder succesvol.

Professionals moeten dit begrijpen en het gezin helpen. Ze moeten met het gezin praten en tips geven. Zo leren gezinnen beter omgaan met de stress. Daardoor kan de therapie meer effect hebben.

Soms brengt gezinsproblemen neurofeedback echt stress. Maar met hulp kunnen gezinnen dit overwinnen. Iedereen moet samenwerken en open blijven praten. Dit maakt de behandeling beter.

Getuigenissen van ouders

Uit de verhalen van ouders blijkt dat negatieve ervaringen met neurofeedback zwaar wegen. Veel ouders voelen zich onmachtig als de therapie niet werkt. Dit zorgt voor twijfel en schuldgevoelens bij hen. Ze zien hoe moeilijk neurofeedback kan zijn voor hun kind.

Onmacht en machteloosheid

Ouders vinden de weg met neurofeedback vaak een rollercoaster. “We deden alles om te helpen, maar niets hielp,” zegt Emma over haar zoon met ADHD. Het niet slagen van de therapie bracht veel verdriet en onmacht met zich mee.”

Maaike, moeder van een dochter met autisme, voelt dit ook. “Als ouder wil je vooruitgang zien, maar als het uitblijft, voel je je falen. Twijfel en schuldgevoelens zijn dan altijd aanwezig.”

Ouders benadrukken de enorme emotionele last van mislukte neurofeedback-sessies. “We voelden ons heel machteloos, ondanks al onze inspanningen,” zegt Kees over zijn zoon met een ontwikkelingsachterstand. Die onzekerheid was heel zwaar voor ons.”

De verhalen laten zien hoe zwaar neurofeedback kan zijn voor gezinnen. Ouders voelen zich machteloos en dat is hartverscheurend. Het maakt duidelijk dat we kritisch moeten blijven over de effecten van neurofeedback op kinderen en gezinnen.

Professionele begeleiding

Neurofeedback is een complexe therapie die goede begeleiding nodig heeft. Niet elke therapeut is even goed getraind in deze behandeling. Het is belangrijk om zorgvuldig te kiezen op kwalificaties, ervaring, en referenties. Zo weet je zeker dat de neurofeedback therapie goed wordt uitgevoerd.

De neurofeedbacksessies zijn op maat gemaakt met specialistische kennis en tools. In Nederland gebruiken therapeuten neurofeedback technologie zoals EEG. Ze passen de behandeling aan op de hersenactiviteit van de cliënt. Hierdoor leren ze om effectief mentale staten te reguleren en zelfcontrole te verbeteren.

De populariteit van neurofeedback in Nederland groeit door de bewezen effectiviteit. Het helpt bij aandoeningen als ADHD, angststoornissen, depressie en autisme. Neurofeedback draagt bij aan de gezondheidszorg door cognitieve en psychologische functies te trainen.

“Neurofeedback therapie in Nederland biedt op maat gemaakte behandelingen, aangepast aan de unieke hersenactiviteit van elke cliënt, met als doel het bereiken van optimale hersenfuncties en geestelijk welzijn.

Het vinden van professionele begeleiding in neurofeedback is erg belangrijk. Dit zorgt ervoor dat de behandeling veilig en effectief is. Het uiteindelijke doel is een duurzame verbetering van de geestelijke gezondheid en hersenfunctie.

Alternatieven voor neurofeedback

Neurofeedback kan onduidelijkheden met zich meebrengen. Gelukkig zijn er meerdere behandelopties voor ADHD en andere uitdagingen. Deze opties tonen vaak goede resultaten en worden door verzekeringen gedekt. Ze zijn het overwegen waard voor ouders die teleurgesteld zijn in neurofeedback.

Enkele alternatieven zijn:

• Gedragstherapie: Helpt bij het aanleren van nieuwe vaardigheden en het stoppen van probleemgedrag.
• Cognitieve training: Wil cognitieve vaardigheden, zoals aandacht en geheugen, verbeteren.
• Mindfulness: Met deze methode leer je beter omgaan met stress, wat je focus en zelfbeheersing verbetert.
• Medicatie: Soms kan medicatie nodig zijn, altijd in samenspraak met een arts.

Deze alternatieven hebben sterke onderzoeksresultaten en zijn vaak verzekerd. Ze zijn goede alternatieven voor wie op zoek is naar iets anders dan neurofeedback.

Naast bekende therapieën, komen er steeds nieuwe ADHD-therapieën bij. Dit omvat ook neurofeedback-gerelateerde methoden. Het beste is om goed te informeren over alle mogelijkheden. Kies dan wat het beste aansluit bij jou of je kind.

Neurofeedback is interessant, maar er bestaan meer therapieën die goed werken tegen ADHD en gerelateerde problemen.

Het selecteren van een benadering is één ding. Cruciaal is het om dit te doen onder begeleiding van een expert. Zo weet je zeker dat de behandeling veilig en doeltreffend is.

Conclusie

Neurofeedback is populair maar zijn effectiviteit en veiligheid zijn nog twijfelachtig. De wetenschap zegt dat er nog geen duidelijke conclusie. Mensen melden vaak slechte ervaringen en bijwerkingen, die ook het gezin spannen.

Je moet als patiënt of ouder goed opletten en hulp zoeken. Er zijn ook andere behandelingen, zoals EFT, die veiliger lijken. Kortom, meer onderzoek is nodig om te weten of neurofeedback echt werkt.

Er is nog veel discussie over neurofeedback. Zelf meegemaakt of wetenschappelijk bewijs geloven, beïnvloedt hoe handig men het vindt. Het is uiteindelijk jouw keuze of je neurofeedback wil proberen of niet.